Het was een warme dag. Ik was aan het wandelen met mijn honden. We liepen over de dijk en ik genoot van het uitzicht over de Linge.
Er lag een klein haventje onderaan de dijk. Ik liet mijn honden daar wel eens
vaker wat drinken of even afkoelen in het water.
Toen ik de dijk naar beneden
liep zag ik een oudere man bij het haventje. Hij liep wat onrustig rond. Ik knikte naar de oudere man en liep langs hem met
mijn honden. Toen ik weer terug liep met mijn honden kwam ik aan de praat
met hem. Hij vertelde mij dat hij een plekje zocht om zijn hondje
te begraven. Zijn hondje die de avond ervoor voor zijn neus was dood gereden.
Een kleine Jack Russel die hij al jaren had.
Zijn vrouw had een paar jaar
geleden een herseninfarct gehad. Ze was sindsdien opgenomen in een
verzorgingstehuis. Hij ging iedere dag naar haar toe en dan ging het hondje
altijd mee. Van de kleine Jack Russel fleurde de andere bewoners van het verzorgingstehuis ook altijd op. Niet
alleen de oudere man was intens verdrietig ook de bewoners van het
verzorgingstehuis hadden verdriet. De oudere man huilde constant toen hij het
mij vertelde.
De oudere man liet zijn hondje altijd aan de overkant van de
straat plassen. Het hondje luisterde altijd maar deze ene keer niet. De Jack
Russel stak over net toen er een auto aan kwam. De auto reed hard. De Jack
Russel werd vol geraakt. De oudere man had zijn hondje van straat getild en thuis
in een doosje gelegd in de hoop dat de kleine het zou halen. Zijn hondje is
kort daarna overleden.
Nu wilde de oudere man in het haventje een plekje zoeken om
zijn dierbare hondje te begraven. Één van de bootjes in het water was van de
oudere man. Hij had verwacht dat er een spade aan boord zou liggen. Die wilde
hij gebruiken om het grafje te graven. Er lag geen spade aan boord. Hij begon
weer te huilen. Ik beet op mijn tanden om niet mee te gaan huilen.
Het hondje had hij in de doos op zijn scootmobiel staan. De
scootmobiel stond bovenaan de dijk. Ik bood de man aan om bij mij thuis een
spade te gaan halen. Ik moest nog wel 20 min lopen maar dat vond de oudere
man niet erg. Ik ben in rap tempo naar huis gelopen en ben met een spade terug naar het haventje gegaan.
De oudere man had een mooi plekje uitgekozen en ik heb
het gat gegraven. Toen het gat diep genoeg was heb ik de doos van zijn
scootmobiel gehaald. Toen ik het deksel open deed van de doos schrok ik. Daar
lag de Jack Russel in gedroogd bloed. Het koppie van dit hondje was
compleet open gebarsten. Van voor tot achter was de schedel gescheurd. Ik tilde
het arme dier uit de doos en lag hem in het grafje. Ik heb heel voorzichtig de
grond weer over het hondje heen gelegd.
Nadat het gat helemaal dicht was heb ik nog wat gedronken
met de oudere man op zijn bootje. We wisselden telefoonnummers uit en zijn beiden naar huis gegaan. Een paar dagen later heb ik de
oudere man gebeld. Ik maakte me zorgen om hem. Hij vertelde dat zijn vrouw
mij heel graag wilde ontmoeten. Ze was me dankbaar dat ik haar man geholpen had
met het begraven van hun hondje. Een week later ben ik bij de vrouw en de
oudere man op bezoek gegaan in het verzorgingstehuis. Mijn hart breekt nog
iedere keer als ik aan de situatie denk. De oudere man, zijn vrouw en ik
hebben nog steeds contact. Het aanzicht van het hondje in de doos zal ik nooit vergeten.