De overbuuf woonde alleen. Ik zag haar heel af en toe buiten
strompelen over haar pad. Ze was al over de 85. Op een dag kwam ik met haar in
gesprek. Ze vertelde dat ze pas gevallen was en ze uren in de schuur had
gelegen voor iemand haar had gevonden. Gunst wat had ik met het oude mensje te
doen. Ik bood haar aan om af en toe te komen helpen. Ook gaf ik mijn tel nummer
zodat ze kon bellen als er iets was.
Ik kwam steeds vaker bij de overbuuf. Niet omdat het zo
gezellig was want de overbuuf was niet gezellig. Ze was hard en kil en had geen
humor. Ze rookte een pakje sigaretten per dag. Als je voor de deur stond kon je
de rook al ruiken. Daarnaast at ze heel ongezond. Mijn hemel wat was ze
eigenwijs. Ze kón wel lief zijn. Haar kat was haar alles. Naar Poes was ze
altijd lief. Poes kreeg al 18 jaar lang iedere avond een schoteltje vol met slagroom.
Poes was nog het enige in haar leven waar ze lief voor was.
Steeds vaker kwam ik bij de overbuuf en binnen een paar maanden draaide ik mee als mantelzorger. Ik kwam iedere dag bij de overbuuf. Wat ik nooit meer zal
vergeten was de avond dat ik chinees had gehaald voor ons samen. De overbuuf had
mij verteld dat ze vroeger regelmatig bij de chinees ging eten met haar man.
Haar man die al meer dan 15 jaar overleden was. Het was al tientallen jaren
geleden dat ze voor het laatst chinees eten op had. Ze vond dat altijd zo
lekker vertelde ze mij. Ik stelde haar voor om chinees te halen. Ze vond het
een prima plan. Ik heb genoten van het kijken naar de overbuuf die chinees aan
het eten was. De mie ging niet alleen in haar mond maar belandde ook op haar
schoot en een deel bleef op haar kin hangen. Ze vond het eten heerlijk en ik
vond het fantastisch om haar zo te zien genieten.We spraken af dat ik vaker chinees zou gaan halen maar het is daarna nooit meer voorgekomen.
De overbuuf kon steeds minder. In het begin kon ze nog wat lopen
met haar looprek. Dat ging steeds slechter. Toen kwam ze in de rolstoel
terecht. Samen met een andere vrouw en een neef van de overbuuf deed ik de zorg. Ruim een jaar lang liep ik iedere avond naar de
overkant van de straat. Dan moest de overbuuf van de keuken naar de kamer
gebracht worden. De laatste maanden moest ik haar dan weer omhoog in haar stoel tillen omdat ze helemaal onderuit was gezakt en niet zelf omhoog kon komen. Haar pillen lag ik klaar en ik schonk haar glaasje drinken in
voor die avond. Soms bleef ik voor een praatje en soms was ik zo weer weg. Het
gebeurde namelijk ook regelmatig dat ik overdag gebeld werd door de overbuuf.
Dan wilde Poes naar binnen of naar buiten en ging ik de deur voor Poes open
doen. Vaak hadden we dan al een praatje gemaakt. Ik moet ook eerlijk bekennen dat ik vaak geen zin had in een praatje want de overbuuf was altijd vreselijk negatief. Als ik wat leuks had te vertellen bleef ik wat langer.
Op een avond merkte ik dat de gezondheid van de overbuuf
hard achteruit ging. Ik belde haar neef om dat te vertellen. Er is die nacht
gewaakt bij haar. De volgende dag liep ik gelijk naar de overkant toen ik uit
mijn werk thuis kwam. Ik zag de overbuuf in haar stoel hangen. Ze ademde zwaar en ze
zag er vreselijk slecht uit. Het zou niet lang meer duren werd mij verteld door de neef. Dit was de laatste keer dat ik haar in leven heb
gezien. Ze is een aantal uren later overleden.
Het loopje naar de overkant heb ik nog een paar maanden
iedere dag gemaakt. Poes leefde namelijk nog en moest verzorgd worden. Poes is een paar
maanden na het overlijden van de overbuuf in het huis op de stoel waar ze altijd
lag ingeslapen. Op een bepaald moment ging Poes achteruit en moest er een keus worden gemaakt. Ik heb de dierenarts aan huis laten komen en was erbij om Poes
vast te houden. Poes is in mijn armen gestorven.
De overbuuf en Poes zijn bijna 2 jaar lang iedere dag in mijn
leven geweest. Ik heb de overbuuf en Poes nog maandenlang gemist. Ook al hebben de overbuuf en ik elkaar maar 2 jaar gekend ik weet zeker dat ik voor haar een verschil heb gemaakt en de overbuuf heeft mij anders naar mijn leven laten kijken.