zaterdag 30 november 2013

de overbuuf

De overbuuf woonde alleen. Ik zag haar heel af en toe buiten strompelen over haar pad. Ze was al over de 85. Op een dag kwam ik met haar in gesprek. Ze vertelde dat ze pas gevallen was en ze uren in de schuur had gelegen voor iemand haar had gevonden. Gunst wat had ik met het oude mensje te doen. Ik bood haar aan om af en toe te komen helpen. Ook gaf ik mijn tel nummer zodat ze kon bellen als er iets was.

Ik kwam steeds vaker bij de overbuuf. Niet omdat het zo gezellig was want de overbuuf was niet gezellig. Ze was hard en kil en had geen humor. Ze rookte een pakje sigaretten per dag. Als je voor de deur stond kon je de rook al ruiken. Daarnaast at ze heel ongezond. Mijn hemel wat was ze eigenwijs. Ze kón wel lief zijn. Haar kat was haar alles. Naar Poes was ze altijd lief. Poes kreeg al 18 jaar lang iedere avond een schoteltje vol met slagroom. Poes was nog het enige in haar leven waar ze lief voor was.

Steeds vaker kwam ik bij de overbuuf en binnen een paar maanden draaide ik mee als mantelzorger. Ik kwam iedere dag bij de overbuuf.  Wat ik nooit meer zal vergeten was de avond dat ik chinees had gehaald voor ons samen. De overbuuf had mij verteld dat ze vroeger regelmatig bij de chinees ging eten met haar man. Haar man die al meer dan 15 jaar overleden was. Het was al tientallen jaren geleden dat ze voor het laatst chinees eten op had. Ze vond dat altijd zo lekker vertelde ze mij. Ik stelde haar voor om chinees te halen. Ze vond het een prima plan. Ik heb genoten van het kijken naar de overbuuf die chinees aan het eten was. De mie ging niet alleen in haar mond maar belandde ook op haar schoot en een deel bleef op haar kin hangen. Ze vond het eten heerlijk en ik vond het fantastisch om haar zo te zien genieten.We spraken af dat ik vaker chinees zou gaan halen maar het is daarna nooit meer voorgekomen.

De overbuuf kon steeds minder. In het begin kon ze nog wat lopen met haar looprek. Dat ging steeds slechter. Toen kwam ze in de rolstoel terecht. Samen met een andere vrouw en een neef van de overbuuf deed ik de zorg. Ruim een jaar lang liep ik iedere avond naar de overkant van de straat. Dan moest de overbuuf van de keuken naar de kamer gebracht worden. De laatste maanden moest ik haar dan weer omhoog in haar stoel tillen omdat ze helemaal onderuit was gezakt en niet zelf omhoog kon komen. Haar pillen lag ik klaar en ik schonk haar glaasje drinken in voor die avond. Soms bleef ik voor een praatje en soms was ik zo weer weg. Het gebeurde namelijk ook regelmatig dat ik overdag gebeld werd door de overbuuf. Dan wilde Poes naar binnen of naar buiten en ging ik de deur voor Poes open doen. Vaak hadden we dan al een praatje gemaakt. Ik moet ook eerlijk bekennen dat ik vaak geen zin had in een praatje want de overbuuf was altijd vreselijk negatief. Als ik wat leuks had te vertellen bleef ik wat langer.

Op een avond merkte ik dat de gezondheid van de overbuuf hard achteruit ging. Ik belde haar neef om dat te vertellen. Er is die nacht gewaakt bij haar. De volgende dag liep ik gelijk naar de overkant toen ik uit mijn werk thuis kwam. Ik zag de overbuuf in haar stoel hangen. Ze ademde zwaar en ze zag er vreselijk slecht uit. Het zou niet lang meer duren werd mij verteld door de neef. Dit was de laatste keer dat ik haar in leven heb gezien. Ze is een aantal uren later overleden.

Het loopje naar de overkant heb ik nog een paar maanden iedere dag gemaakt. Poes leefde namelijk nog en moest verzorgd worden. Poes is een paar maanden na het overlijden van de overbuuf in het huis op de stoel waar ze altijd lag ingeslapen. Op een bepaald moment ging Poes achteruit en moest er een keus worden gemaakt. Ik heb de dierenarts aan huis laten komen en was erbij om Poes vast te houden. Poes is in mijn armen gestorven. 

De overbuuf en Poes zijn bijna 2 jaar lang iedere dag in mijn leven geweest. Ik heb de overbuuf en Poes nog maandenlang gemist. Ook al hebben de overbuuf en ik elkaar maar 2 jaar gekend ik weet zeker dat ik voor haar een verschil heb gemaakt en de overbuuf heeft mij anders naar mijn leven laten kijken.

dinsdag 26 november 2013

de oude man en zijn hondje

Het was een warme dag. Ik was aan het wandelen met mijn honden. We liepen over de dijk en ik genoot van het uitzicht over de Linge. Er lag een klein haventje onderaan de dijk. Ik liet mijn honden daar wel eens vaker wat drinken of even afkoelen in het water. 

Toen ik de dijk naar beneden liep zag ik een oudere man bij het haventje. Hij liep wat onrustig rond. Ik knikte naar de oudere man en liep langs hem met mijn honden. Toen ik weer terug liep met mijn honden kwam ik aan de praat met hem. Hij vertelde mij dat hij een plekje zocht om zijn hondje te begraven. Zijn hondje die de avond ervoor voor zijn neus was dood gereden. Een kleine Jack Russel die hij al jaren had. 

Zijn vrouw had een paar jaar geleden een herseninfarct gehad. Ze was sindsdien opgenomen in een verzorgingstehuis. Hij ging iedere dag naar haar toe en dan ging het hondje altijd mee. Van de kleine Jack Russel fleurde de andere bewoners van het verzorgingstehuis ook altijd op. Niet alleen de oudere man was intens verdrietig ook de bewoners van het verzorgingstehuis hadden verdriet. De oudere man huilde constant toen hij het mij vertelde.

De oudere man liet zijn hondje altijd aan de overkant van de straat plassen. Het hondje luisterde altijd maar deze ene keer niet. De Jack Russel stak over net toen er een auto aan kwam. De auto reed hard. De Jack Russel werd vol geraakt. De oudere man had zijn hondje van straat getild en thuis in een doosje gelegd in de hoop dat de kleine het zou halen. Zijn hondje is kort daarna overleden.

Nu wilde de oudere man in het haventje een plekje zoeken om zijn dierbare hondje te begraven. Één van de bootjes in het water was van de oudere man. Hij had verwacht dat er een spade aan boord zou liggen. Die wilde hij gebruiken om het grafje te graven. Er lag geen spade aan boord. Hij begon weer te huilen. Ik beet op mijn tanden om niet mee te gaan huilen.

Het hondje had hij in de doos op zijn scootmobiel staan. De scootmobiel stond bovenaan de dijk. Ik bood de man aan om bij mij thuis een spade te gaan halen. Ik moest nog wel 20 min lopen maar dat vond de oudere man niet erg. Ik ben in rap tempo naar huis gelopen en ben met een spade terug naar het haventje gegaan.

De oudere man had een mooi plekje uitgekozen en ik heb het gat gegraven. Toen het gat diep genoeg was heb ik de doos van zijn scootmobiel gehaald. Toen ik het deksel open deed van de doos schrok ik. Daar lag de Jack Russel in gedroogd bloed. Het koppie van dit hondje was compleet open gebarsten. Van voor tot achter was de schedel gescheurd. Ik tilde het arme dier uit de doos en lag hem in het grafje. Ik heb heel voorzichtig de grond weer over het hondje heen gelegd.


Nadat het gat helemaal dicht was heb ik nog wat gedronken met de oudere man op zijn bootje. We wisselden telefoonnummers uit en zijn beiden naar huis gegaan. Een paar dagen later heb ik de oudere man gebeld. Ik maakte me zorgen om hem. Hij vertelde dat zijn vrouw mij heel graag wilde ontmoeten. Ze was me dankbaar dat ik haar man geholpen had met het begraven van hun hondje. Een week later ben ik bij de vrouw en de oudere man op bezoek gegaan in het verzorgingstehuis. Mijn hart breekt nog iedere keer als ik aan de situatie denk. De oudere man, zijn vrouw en ik hebben nog steeds contact. Het aanzicht van het hondje in de doos zal ik nooit vergeten.  

woensdag 20 november 2013

Brede schouders

Bo verblijft al een paar maanden in een hokje. Niet omdat ik dat zo fijn vind maar omdat het voor haar beter is. Bo is een poes. Bo is afgestaan aan het asiel omdat ze het niet fijn vond dat er kinderen in het gezin waren gekomen. Bo kan ook niet met andere katten en daarom zit Bo in een apart hokje. Bo heeft bij de andere katten gezeten maar toen was er absoluut niets meer met Bo te beginnen. Voor haar rust zit ze dus helemaal apart. Bo houdt van knuffelen tot een bepaalde hoogte. Als je niet op tijd stopt geeft ze je een hijs. Hoe lang Bo nog in haar hokje moet vertoeven weet ik niet. Hopelijk komt er snel een nieuw baasje voor Bo. Deze poes verdiend zoveel meer.

Mini, de border collie, werd afgestaan door haar baasje. Ze waren verhuisd en hadden Mini achter gelaten in de kennel waar ze al 6 jaar in verbleef. De buren hadden naar mij gebeld dat ze het zo vreselijk vonden dat de hond nog in de kennel zat. Ze wilden wat doen maar waren ook bang voor represailles van de baas van Mini. “Laat het baasje mij maar bellen” zei ik tegen de buurvrouw. “Zeg maar dat hij zijn hond gratis kan komen brengen”. Binnen 10 min had ik het baasje van Mini aan de telefoon en een half uur later kwam hij Mini al brengen. Mini heeft nog een maand geleefd. Ze was te ernstig getraumatiseerd en haar gedrag van dien aard dat ze een gevaar was voor mens en dier. Ik heb na een maand de dierenarts opdracht gegeven haar te euthanaseren.
Een telefoontje van de dierenpolitie. Of er een hond naar het asiel kon komen ? Een jonge Boerboel zat al weken opgesloten in een schuurtje. De jonge hond kwam. Wat een stank droeg het arme beest bij zich. Wat was hij vreselijk mager. Hij had weken in zijn eigen stront en pis moeten leven. Op de foto’s die de dierenpolitie hadden gemaakt kon ik zien in wat voor enorme vieze gore bende dit dier had moeten leven. God zei dank was hij nu veilig.

Katten en honden die probleemgedrag hebben is aan de orde van de dag. Katten en honden die binnen komen en die er slecht aan toe zijn komt regelmatig voor. De mens doet maar wat. De dieren die binnen komen vallen onder mijn verantwoording. Wat er met die dieren gebeurt hangt van mij af. Ik heb brede schouders maar het af laten glijden van alle shit en ellende is moeilijk. Mijn leven zou zoveel makkelijker zijn als ik mijn werk achter mij kon laten als ik de deur dicht trek en naar huis ga ! 

dinsdag 12 november 2013

Een bijzondere ontmoeting


“Dit is de plek waar ik slaap” zegt Gerard tegen mij. Ik sta te kijken naar een doorgang. Een doorgang tussen een gebouw en een grote betonnen plantenbak. “Slaap je hier ? “ vraag ik compleet overdonderd. Het is gewoon allemaal open wat ik zie. “De betonnen plantenbak houdt veel tegen” zegt Gerard weer.  Mijn hersenen hebben moeite met hetgeen mij net verteld wordt. Hoe kan het dat iemand daar moet slapen? Al anderhalf jaar slaapt Gerard voor het gebouw. Hij wordt door iedereen geaccepteerd want er worden sinds die tijd geen fietsen meer gestolen. Bewaking en politie weten zijn slaapplaats. Ze komen regelmatig langs om koffie of thee te brengen. Gerard houdt zijn slaapplaats netjes. Iedere ochtend ruimt hij alles op en is er niet meer te zien dat er iemand op de grond buiten in de open lucht heeft geslapen.

We lopen verder en Gerard laat mij zien waar hij zijn spullen heeft verstopt. De spullen die hij ’s nachts nodig heeft. Ik zie een paar plastic zakken tussen de bosjes. Hij heeft een rugzak op zijn rug. Daar zit zijn slaapzak in en een setje schone kleding. Mijn bek valt voor mijn gevoel regelmatig open door alle informatie die ik krijg. De verhalen die hij heeft zijn prachtig. Ook verhalen die mijn nekharen omhoog zetten. Verhalen over andere daklozen. Velen zijn verslaafd en hij heeft dan ook al van veel mensen afscheid moeten nemen omdat ze overleden zijn.

Het praten samen gaat zo makkelijk en voelt enorm vertrouwd. Gerard is erg open over alles. Hij leeft al twintig jaar op straat. Vanaf zijn zeventiende. Gokken, medicijnen en drank heeft hij overwonnen. Al vier jaar heeft Gerard niets meer nodig om zich goed te voelen. Zijn geloof helpt hem en trekt hem overal doorheen. Wat een super kracht heeft deze man. Op straat leven en dan van je verslavingen af komen en er niet meer in terug vallen. Er zijn maar weinig mensen die dit hem na kunnen doen.

Gerard is klaar voor een nieuwe stap in zijn leven. Hij wil in een huis wonen en is druk bezig met zoeken. Om aan het leven in een huis te wennen slaapt hij sinds ruim een maand een aantal dagen in de week bij zijn nichtje. Op deze manier kan hij oefenen. Vanaf je zeventiende op straat is niet niks. De vrijheid is enorm. Gerard heeft al eens eerder een aantal weken in een huis gewoond. Toen was hij er nog niet klaar voor en is weer de straat op gegaan. Deze keer is hij er wel klaar voor.

Er is een appartement wat hij vanaf dec mag gaan huren. Hij moet alleen wel drie maanden huur zien te regelen om vooruit te betalen. Door het financieel bijspringen van een aantal mensen ziet het er naar uit dat het gaat lukken.

Uren hebben Gerard en ik zitten praten. De tijd dat ik weer naar huis moest kwam te vlug. Deze ontmoeting was bijzonder en zal ik nooit vergeten. Ook weet ik dat dit contact niet eenmalig is geweest. Ik zal Gerard blijven volgen en helpen waar ik kan. Zelden zo’n inspirerend persoon ontmoet. Gerard ik beloof je dat ik vaker trots zal zijn op mezelf. Je bent een bijzonder mens en je hebt mijn hart geraakt. Dank je wel voor je openheid en je kracht X